background preloader

Nederlands

Facebook Twitter

⚡"Letters en klanken van het Nederlands. Letters en klanken Als we schrijven gebruiken we letters. We schrijven en we lezen letters. Als we spreken gebruiken." presentatie. Nedles - vaste voorzetsels. Voorzetsels. Voorzetsels geven de relatie aan tussen twee elementen in de zin. Voorzetsels zijn bijna altijd onderdeel van een woordgroep waarin het hoofdwoord een zelfstandig naamwoord is. Voorbeelden van voorzetsels zijn na, aan, achter, bij, op en voor: Voorzetsels kunnen zowel voor als achter de woordgroep staan waar ze bij horen: ‘Ik reis de hele wereld over.’

Jij bent medeplichtig aan moord! Het woord aan is in die zin een vast voorzetsel. Voorzetseluitdrukkingen zijn vaste combinaties met een of meer voorzetsels die in hun geheel de functie van voorzetsel hebben. Voorzetsel of bijwoord Sommige woorden kunnen zowel voorzetsel als bijwoord zijn. Hoe laat komen we in New York aan? Let op gevallen als: ‘Zij zat het liefst achter op de fiets.’ 0 van 1 vragen beantwoord Vragen: 1) Informatie Een vast voorzetsel vormt een vaste combinatie met een ander woord in de zin.

Ik ben dol op jou. Ik geloof in jou kun je niet veranderen in Ik geloof op / aan/ of iets anders in jou. Tijd voorbij. Synoniemen.net - gratis online synoniemenwoordenboek. Officiële Spelling. Huis van het Nederlands - Oost-Vlaanderen. NT2. Welkom op de website van dutchgrammar.com.

NT2

Je bent hier waarschijnlijk omdat je belangstelling hebt voor de Nederlandse taal. Misschien leer je Nederlands voor je werk, misschien gewoon voor je plezier. Ik hoop dat deze website het leerproces (nog) leuker maakt. Waar wil je mee beginnen? Over deze vertaling Misschien vraag je je af: "Waarom is er een Nederlandse vertaling van deze website? " Hoewel veel mensen van over de hele wereld Engels spreken of in elk geval een beetje begrijpen, zijn er ook mensen die Nederlands leren maar geen Engels kennen.

Genoeg redenen dus voor een Nederlandse vertaling. Woordsoorten. Zinsanalyse Principes van zinsanalyse 1.1.

woordsoorten

Woordsoorten De indeling van woorden in woordsoorten of categorieën is vrij bekend; wel zijn er enkele varianten in omloop. Voor de duidelijkheid worden de woordsoorten één voor één opgesomd, met aanduiding van welke woorden tot de genoemde woordsoort behoren. Bij elke woordsoort of categorie worden de verschillende in Nederland gebruikte benamingen gegeven, meestal de "inheemse" Nederlandse benaming naast de in het Nederlands ook vaak gebruikte Latijnse benaming; daarnaast wordt(en) nog de Spaanse benaming(en) gegeven. 1.1.1. Werkwoorden zijn alle woorden die werkwoordsuitgangen hebben, en komen dus altijd in één van de werkwoordsvormen voor. Voorbeelden zijn: andar, ver, morir, die bijv. de vormen andamos, andaríais, vi, verá, muere, muriese aannemen.

De werkwoordsvormen worden onderverdeeld in de niet-finiete vormen of niet-persoonsvormen, en de finiete vormen of persoonsvormen. Alle overige werkwoordsvormen zijn finiet of persoonlijk. Begrippen uit de Nederlandse zinsleer. Nederlandse grammatica. Woordvolgorde[bewerken] Bijvoorbeeld: (Ik weet) dat Kees Jan morgen in de stad een boek wil geven vanwege zijn verjaardag.

Nederlandse grammatica

Pieter heeft Jasper gisteren in de tuin een appel gegeven. Deze woordvolgorde is belangrijk voor een goed begrip van de zin, aangezien het Nederlands geen echte naamvallen [1] kent zoals bijvoorbeeld het Duits. Vragende vorm[bewerken] Wanneer een zin in de vragende vorm staat zijn onderwerp en persoonsvorm van plek verwisseld: Heeft Pieter Jasper gisteren in de tuin een appel gegeven? Wanneer het onderwerp toch vóór de persoonsvorm staat in een vragende zin impliceert dat vaak een controlevraag: Pieter heeft Jasper gisteren in de tuin een appel gegeven?

Alternatieve volgordes[bewerken] Ook de volgende woordvolgordes zijn grammaticaal correct: Aan Jasper heeft Pieter gisteren in de tuin een appel gegeven Gisteren heeft Pieter Jasper in de tuin een appel gegeven.